Varkenshouder Mark Steentjes tevreden over depop-repop

‘Ik had het veel eerder moeten doen’

In december 2021 is Mark Steentjes uit het Gelderse Etten opgestart met een nieuwe zeugenstapel. De varkenshouder kijkt twee jaar later terug op een geslaagde operatie. “Ik had het alleen veel eerder moeten doen.”

Mark Steentjes liep al even met het idee rond om de zeugenstapel via depop-repop te vervangen. Hij wilde daarmee een gezondere varkensstapel krijgen, vrij van App, PRRS en Mycoplasma. “Met name van App hadden we last. We moesten veel vaccineren om de bacterie onder controle te houden. Biggen kregen voor de verschillende ziektes vier vaccinaties voordat ze het bedrijf verlieten. Dat gaf veel werk en hoge kosten”, vertelde de varkenshouder in een artikel destijds.

Na toch wel even wikken en wegen is in maart 2021 de knoop doorgehakt en is hij gestopt met insemineren. De vleesvarkensstallen zijn gereinigd en ontsmet. In mei van dat jaar zijn de eerst 690 dekrijpe DANIC opfokgelten van subfokker Van Boekel in Overasselt ontvangen. Het zeugenbedrijf is afdeling voor afdeling leeggedraaid. Daarna is elke afdeling gereinigd en ontsmet en bleef zes tot acht weken leegstaan. De gelten zijn in weekgroepen in Duitsland gedekt. Toen de zeugenstal en kraamstallen gereed en schoon waren, zijn de dieren verplaatst naar Etten. Voor de ondernemer een mijlpaal: de start van het herbevolken van het zeugenbedrijf.

Inmiddels was ook het hygiëneprotocol nog eens onder de loep genomen om de kans op herinfecties te minimaliseren. Dat betekent onder andere: iedereen douchen voor binnenkomst en afspraken met betrekking tot transport. Met de herbevolking zijn de laatste dieren aangevoerd en ging de deur op slot.

In december zijn de eerste ‘nieuwe’ biggen geleverd aan Reuling Intervar. De toename van groei van circa 300 naar 400 gram per dag was een succes. Ook zag de varkenshouder de eerste maanden veel minder gezondheidsproblemen en antibiotica was nauwelijks nog nodig. De operatie leek dus geslaagd, zoals hij destijds liet optekenen.

‘Nog net zo gezond’

Nu 1,5 jaar later is Steentjes nog steeds enthousiast. “De dieren zijn nog net zo gezond als in de eerste maanden. We hebben geen PRRS, Mycoplasma of App meer gehad.” De gezondheidsstatus is dus nog hetzelfde, wat regelmatig dmv bloedmonitoring wordt onderzocht. Het antibioticagebruik is laag, wat ook blijkt uit de minimale dierdagdosering bij zowel de zeugen, biggen als vleesvarkens. “Wat er niet is, hoef je niet te bestrijden.” De productie ligt met ruim 35 gespeende biggen op een hoog niveau. En niet onbelangrijk; het is volgens hem zeer prettig werken in een stal met gezonde varkens en weinig trammelant.

De biggen groeien nog steeds zeker 50 gram harder dan voor de herbevolking. De zeer hoge groei is dus wat getemperd. Dat is niet vreemd legt hij uit; de worpgrootte is fors toegenomen nu de derde en vierde worpszeugen aan het werpen zijn. “Veel levend geboren biggen betekent wat lagere geboortegewichten.” Bovendien zijn de biggen wat lichter als ze worden afgeleverd. “En juist die laatste kilo’s groeien er gemakkelijk aan.” Overigens ziet hij ook bij de vleesvarkens een hogere groei maar aangezien ook de eindbeer is gewisseld is dat niet helemaal een zuivere vergelijking. Van klanten hoort hij in ieder geval positieve geluiden.

Veel biggen

Nu de zeugen zonder ballast produceren, loopt de varkenshouder wel tegen een luxeprobleem aan: het aantal levend geboren biggen is zo groot dat voldoende opname van biest en melk een aandachtspunt is. “Het aantal biggen is door de hoge gezondheid nog hoger dan normaal. Je ziet het ook aan de zeugen, ze zijn zo gezond en zitten lekker in hun vel.” Dat geeft in de fokkerij ruimte om op andere aspecten te selecteren. Omdat er minder biggen uitvallen, kunnen ze toe naar een wat een wat lager aantal geboren biggen.

Een uitdaging was verder de voeding van de zeer productieve zeugen; doordat zeugen efficiënter met voer omgaan krijgen ze aangepast voer om de mineralenvoorziening op peil te houden. Dat was wel wat puzzelen, ook omdat er niet heel veel ervaring is met een dergelijke opstart. Vanuit Next Genetix/PIC-NL is hij tevreden over de begeleiding en ook de voerfabrikant denkt goed mee.

Economisch verwacht Steentjes er zeker beter van te zijn geworden. Het wegvallen van vaccinaties, lagere gezondheidskosten en betere resultaten tikken zeker door in het economisch resultaat. Doordat de depop-repop plaatsvond in een periode dat de biggen goedkoop waren, heeft hij ook geen kosten/verliezen hoeven maken.

Steentjes zou achteraf maar één ding anders doen en dat is de stap eerder zetten. “Dan hadden we eerder de voordelen gehad.” Richting collega’s die over depop-repop nadenken heeft hij daarom een advies. “Als je verwacht dat biggenprijzen naar beneden gaan, gewoon doen.”